Nationaal Programma Roosendaal: Tweede Kamercommissie Binnenlandse Zaken bezoekt gemeente Roosendaal

Vandaag brachten leden van de Tweede Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken een werkbezoek aan de gemeente Roosendaal. Dit bezoek stond in het teken van de voorbereidingen op het aankomende debat over het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV).

Wethouder Evelien van der Star nam de commissieleden, Raoul White (GroenLinks-PvdA), Wim Meulenkamp (VVD) en Merlien Welzijn (NSC), vandaag mee naar een aantal van de focuswijken uit het NPR-gebied. Tijdens het bezoek vroeg de gemeente Roosendaal aandacht voor een aantal cruciale kwesties die van invloed zijn op de leefbaarheid en veiligheid in de stad.

Aanpak uitbuiting en huisvesting van arbeidsmigranten
De problematiek rondom de uitbuiting en huisvesting van arbeidsmigranten heeft een grote impact op de leefbaarheid en veiligheid in steeds meer delen van stad. “Als gemeente kunnen wij dit vraagstuk niet alleen oplossen. Werkgevers spelen hierin een belangrijke rol. Wij verzoeken het Rijk om werkgevers medeverantwoordelijk te maken voor de oplossing van deze problematiek, zodat er een meer structurele en effectieve aanpak mogelijk wordt”, aldus Evelien van der Star, coördinerend wethouder Nationaal Programma Roosendaal (NPR).

Spooremplacement Roosendaal
Roosendaal wil dat het spooremplacement, waar zware industriële activiteiten plaatsvinden, uit het stadscentrum verdwijnt. “De spoorzone moet een bruisende plek worden waar men kan wonen, werken, leren en recreëren. Dit is cruciaal om de wijk Westrand te verbinden met het stadscentrum en om de leefbaarheid in deze gebieden te verbeteren. We vragen het Rijk om hierin samen op te trekken.”

Debat Tweede Kamercommissie
Op 13 juni vindt er een debat plaats over het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid, de voortgang, financiën en de toekomst van het programma. In het hoofdlijnenakkoord is afgesproken om het NPLV voort te zetten. Van der Star benadrukt: “Om alle mooie plannen de komende jaren uit te kunnen voeren, is het van belang dat er voldoende structurele middelen beschikbaar blijven voor de 20 focusgebieden.”